Categorie: Algemeen (geen categorie)
-
AuteurBerichten
-
5 november 2004 om 13:39 ReactieStephanie de Greeff, Bestuurslid peuterspeelzaal
Als algemeen bestuurslid van een peuterspeelzaal in Hilversum heb ik de volgende vraag: Vrij recent zijn er in twee verschillende groepen twee peuters geplaatst met diabetes. Ze hebben allebei een pompje en moeten regelmatig in de gaten worden gehouden/ geprikt. Om de ouders te ontzien hebben onze leidsters de techniek aangeleerd zodat ze de kinderen zelf kunnen helpen. Onze vraag is echter of zij dit zomaar mogen doen ivm eventuele aansprakelijkheid als het toch fout blijkt te gaan. De ouders willen eventueel een anti-aansprakelijkheidsformulier tekenen, maar ik vraag mij of of dat rechtsgeldig is. Waarschijnlijk moeten de leidsters geautoriseerd worden op dit specifieke gebied. Mijn vraag is hoe dat gaat en hoe we dat kunnen regelen. Heeft iemand hier ervaring mee?????
Graag hoor ik hier meer over. Namens het bestuur en de ouders van de kinderen alvast bedankt voor het meedenken! Met vriendelijke groet,
Stephanie de Greeff (steefdegreeff@ilse.nl)
035 – 6244011
8 november 2004 om 16:35 ReactieDiabetes2.nlEen interessante vraag die we hebben doorgestuurd aan Gerda Raas. Zij is juriste en projectleider bij de Raad van Volksgezondheid en Zorg. Daarnaast heeft zij meegewerkt aan de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (wet BIG). De Wet BIG is een wet die de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de gezondheidszorg regelt. Zo wordt middels titelbescherming gegarandeerd dat de beroepsbeoefenaar die een titel mag voeren aan bepaalde (opleidings)eisen voldoet. Om duidelijk te maken waar een titelgerechtigde beroepsbeoefenaar voor staat, is het deskundigheidsgebied nader omschreven. Een niet-titelgerechtigde mag zich overigens wel op het vakgebied van een titelgerechtigde begeven. Het beginsel van de Wet BIG is immers dat iedereen werkzaam mag zijn op het terrein van de individuele gezondheidszorg. Hierop wordt door de wet BIG een uitzondering gemaakt voor de ‘voorbehouden handelingen’. Dit zijn (13 clusters van) handelingen die zo risicovol zijn dat specifieke waarborgen nodig zijn. Dit zijn voornamelijk invasieve handelingen zoals het verrichten van heelkundige handelingen, maar ook het gebruik maken van gevaarlijke stoffen of stralingen. Die specifieke waarborgen houden in, dat alleen de arts bevoegd is om de indicatie te stellen voor die handelingen (en de tandarts en de verloskundige voor enkele daarvan). Bovendien wordt expliciet de eis gesteld dat de arts ook bekwaam moet zijn om die handelingen uit te voeren. De wet stelt verder eisen aan de arts als die voorbehouden handelingen door anderen wil laten uitvoeren. Zo moet zij/hij zich overtuigen van de bekwaamheid van de ander om die handeling naar behoren te kunnen uitvoeren, moet toezicht en tussenkomst mogelijk zijn en moeten, indien nodig, aanwijzingen worden gegeven.
Wij hopen met onderstaand antwoord uw vraag beantwoord te hebben.
Mvg
ST Houweling
Â
Antwoord van G.P.M. Raas
Een lastige vraag met verschillende juridische invalshoeken. Bijgaand mijn analyse van een aanpak en oplossing.
Arbeidsrechtelijk: de inhoud van het arbeidscontract. Het bestuur zal in overleg met de werknemers moeten bepalen wat de inhoud is van het arbeidscontract. Als zij beiden vinden dat een aantal medische handelingen daartoe behoren, is dat akkoord. Mij lijkt dat de ouders (derden) niet het arbeidscontract tussen bestuur en werknemer kunnen wijzigen. Het bestuur moet dus akkoord gaan met het verrichten van medische handelingen door medewerkers, mede ivm de aansprakelijkheid. Op grond van het BW is het bestuur immers aansprakelijk voor de werkzaamheden van de werknemers. Een meer precieze omschrijving van medische handelingen lijkt overigens wel gewenst om misverstanden te voorkomen.
Vanuit het perspectief van de wet BIG: het is onduidelijk om welke handelingen het precies gaat. Ik neem aan dat het gaat om de voorbehouden handeling injecteren. Dan lijkt het mij onvoldoende dat de ouders de leidsters instructies geven. Je zou nog een discussie kunnen voeren of hier nu sprake is van het beroepsmatig verrichten van voorbehouden handelingen. In de thuissituatie is dat duidelijk niet het geval. Hier zou je nog kunnen twijfelen omdat het niet om een beroep gaat in de gezondheidszorg, maar uit de totstandkoming van de wet blijkt niet dat voorbehouden handelingen dan wel zouden zijn toegestaan.
In de systematiek van de wet BIG is het een arts die een opdracht moet geven en die zich moet overtuigen van de bekwaamheid aan wie de handeling wordt overgedragen. De peuterspeelzaal zou met een (huis)arts afspraken kunnen maken over het trainen van de leidsters en over het maken van afspraken wat betreft de mogelijkheid van toezicht en tussenkomst. Dat lijkt misschien omslachtig, maar mij lijkt dat het meest in overeenstemming met de bedoeling van de wetgever.
Â
G.P.M. Raas
-
AuteurBerichten