[Archief] nieuwe orale bloedglucose verlagende middelen

[san algie-praktijkverpleegkundige]

graag wil ik informatie/advies, hoe te handelen in geval van overgevoeligheid voor metformine. is de informatie omtrent de nieuwe middelen in het boek protocollaire diabeteszorg nog actueel, of zijn er inmiddels nieuwe inzichten.

graag wil ik informatie/advies, hoe te handelen in geval van overgevoeligheid voor metformine. is de informatie omtrent de nieuwe middelen in het boek protocollaire diabeteszorg nog actueel, of zijn er inmiddels nieuwe inzichten.

[DISCOURSE]

De nieuwe middelen die in ons boek vermeld staan op pagina 98 zijn nog steeds actueel. Er zijn geen nieuwe middelen bijgekomen. Deze nieuwe middelen zijn door ons niet opgenomen in de protocollen in het boek omdat deze middelen nog niet in richtlijnen verschenen zijn. Dit wil op zich niets zeggen, aangezien de richtlijnen dateren uit 1999 en 2000. In die tijd kwamen deze nieuwe middelen niet op de markt. Deze nieuwe middelen mogen echter wel voorgeschreven worden in de praktijk. Ze zijn immers geregistreerd en opgenomen in het Farmacotherapeutisch Kompas. De volgende indicaties voor het gebruik van deze geneesmiddelen zijn geformuleerd in het Farmacotherapeutisch Kompas:

---

Rosiglitazon (Avandia®) en Pioglitazon (Actos®)
Uitsluitend als combinatietherapie (dus mag niet zonder een SU-derivaat of metformine worden voorgeschreven) bij:
- Obese patiënten op metformine
- Patiënten die een SU-derivaat hebben en bijwerkingen hebben of contra-indicaties hebben voor metformine
Verder wordt het volgende advies gegeven:
Aangezien de gegevens over de bijwerkingen ontbreken en effecten op de langere termijn ontbreken, hebben deze middelen met name een plaats indien toevoeging van metformine aan een SU-derivaat, wegens contra-indicaties of intolerantie niet mogelijk is, terwijl de voorkeur uitgaat naar orale behandeling. Gedurende het eerste jaar van gebruik is frequentie controle (elke 2 maanden) van de leverfunctie noodzakelijk.

Op dit moment is er dus een beperkte indicatie gesteld voor deze middelen en is een extra veiligheidscriterium ingebouwd (het controleren van de leverfuncties gedurende het eerste jaar). Dit wil niet zeggen dat deze middelen in de toekomst geen grote rol kunnen gaan spelen in de diabeteswereld. Deze middelen pakken wel het probleem aan, namelijk verminderen de insulineresistentie. Dit in tegenstelling tot de andere orale bloedglucoseverlagende middelen.

---

Repaglinide (Novonorm®) en nateglinide (Starlix®)
Patiënten die deze middelen voorgeschreven krijgen moeten nog steeds een eigen bijdrage betalen. Wij hebben weinig ervaring met deze middelen omdat weinig patiënten deze eigen bijdrage willen betalen. Gezien het werkingsprofiel (ultrakortwerkende SU-derivaten) zouden dit hele goede geneesmiddelen kunnen zijn.


Hopelijk heeft u zo voldoende informatie gekregen. Zodra deze middelen opgenomen worden in officiële richtlijnen (van het NHG, CBO of NDF), zullen wij natuurlijk weer protocollen ontwikkelen met de daarbij horende invulformulieren.

Mvg

ST Houweling, artsonderzoeker

De nieuwe middelen die in ons boek vermeld staan op pagina 98 zijn nog steeds actueel. Er zijn geen nieuwe middelen bijgekomen. Deze nieuwe middelen zijn door ons niet opgenomen in de protocollen in het boek omdat deze middelen nog niet in richtlijnen verschenen zijn. Dit wil op zich niets zeggen, aangezien de richtlijnen dateren uit 1999 en 2000. In die tijd kwamen deze nieuwe middelen niet op de markt. Deze nieuwe middelen mogen echter wel voorgeschreven worden in de praktijk. Ze zijn immers geregistreerd en opgenomen in het Farmacotherapeutisch Kompas. De volgende indicaties voor het gebruik van deze geneesmiddelen zijn geformuleerd in het Farmacotherapeutisch Kompas:

---

Rosiglitazon (Avandia®) en Pioglitazon (Actos®)
Uitsluitend als combinatietherapie (dus mag niet zonder een SU-derivaat of metformine worden voorgeschreven) bij:
– Obese patiënten op metformine
– Patiënten die een SU-derivaat hebben en bijwerkingen hebben of contra-indicaties hebben voor metformine
Verder wordt het volgende advies gegeven:
Aangezien de gegevens over de bijwerkingen ontbreken en effecten op de langere termijn ontbreken, hebben deze middelen met name een plaats indien toevoeging van metformine aan een SU-derivaat, wegens contra-indicaties of intolerantie niet mogelijk is, terwijl de voorkeur uitgaat naar orale behandeling. Gedurende het eerste jaar van gebruik is frequentie controle (elke 2 maanden) van de leverfunctie noodzakelijk.

Op dit moment is er dus een beperkte indicatie gesteld voor deze middelen en is een extra veiligheidscriterium ingebouwd (het controleren van de leverfuncties gedurende het eerste jaar). Dit wil niet zeggen dat deze middelen in de toekomst geen grote rol kunnen gaan spelen in de diabeteswereld. Deze middelen pakken wel het probleem aan, namelijk verminderen de insulineresistentie. Dit in tegenstelling tot de andere orale bloedglucoseverlagende middelen.

---

Repaglinide (Novonorm®) en nateglinide (Starlix®)
Patiënten die deze middelen voorgeschreven krijgen moeten nog steeds een eigen bijdrage betalen. Wij hebben weinig ervaring met deze middelen omdat weinig patiënten deze eigen bijdrage willen betalen. Gezien het werkingsprofiel (ultrakortwerkende SU-derivaten) zouden dit hele goede geneesmiddelen kunnen zijn.

Hopelijk heeft u zo voldoende informatie gekregen. Zodra deze middelen opgenomen worden in officiële richtlijnen (van het NHG, CBO of NDF), zullen wij natuurlijk weer protocollen ontwikkelen met de daarbij horende invulformulieren.

Mvg

ST Houweling, artsonderzoeker

[Auteur]

Berichten