Hoe het placebo effect kan bijdragen aan betere zorg
Van veel reguliere behandelingen weten we niet wat de werkzame ingrediënten zijn. Zo kan het effect van een placebopil even groot zijn als bijvoorbeeld een antidepressivum of een pijnstiller. De effecten van veel behandelingen in de gezondheidszorg worden dan ook voor een deel verklaard door andere factoren dan het middel of de behandeling zelf. Voorbeelden voor deze factoren zijn het vertrouwen dat de behandelaar uitstraalt, de verwachting die iemand ten aanzien van een behandeling heeft en eerdere ervaringen die iemand heeft met behandelingen. Al deze factoren kunnen invloed hebben op behandeluitkomsten.
Met deze bevindingen wordt in de reguliere gezondheidszorg echter nog nauwelijks rekening gehouden. Dit terwijl we met behulp van deze kennis de behandelingen zouden kunnen optimaliseren en tegelijkertijd mogelijke nadelige gevolgen van behandelingen (zoals risico’s of bijwerkingen) zouden kunnen verminderen.
Mensen vragen ook in toenemende mate om een actieve deelname in de beslissingen over hun behandelingen en willen hier zo veel mogelijk zelf aan bijdragen. Ook hier wordt momenteel nog nauwelijks gebruik van gemaakt, terwijl de zorgkosten en de zorgvraag toenemen.
In deze lezing zal de rol van deze factoren voor gezondheid en ziekte, zoals die bij het placebo effect een rol spelen, worden behandeld. Hierbij zal ook vooral aandacht worden besteed aan de mogelijkheid om via psychologische processen direct lichamelijke processen, zoals het immuunsysteem, te beïnvloeden.
Tevens wordt een inkijk gegeven welke innovatieve behandelingen hiervoor momenteel ontwikkeld worden. Hiermee kan deze kennis worden vertaald naar toepassingen voor de reguliere gezondheidszorg.
Andrea Evers is hoogleraar gezondheidspsychologie en wetenschappelijk directeur van het Intituut Psychologie aan de Universiteit Leiden. Tevens is zij als Medical Delta hoogleraar Healthy Society verbonden aan de Universiteit Leiden, TU Delft en Erasmus Universiteit in Rotterdam.
Ze promoveerde in 2003 aan de Radboud Universiteit (cum laude). In 2011 werd ze benoemd als hoogleraar psychobiologie van somatische aandoeningen aan de Radboud Universiteit, in 2013 werd ze hoogleraar gezondheidspsychologie aan de Universiteit Leiden en in 2020 werd ze benoemd als Medical Delta hoogleraar Healthy Society in Leiden, Delft en Rotterdam.
Als klinisch psycholoog BIG en cognitief gedagstherapeut (VGCT) vertaalt ze tevens de inzichten uit het fundamentele onderzoek tevens naar toepassingen in de praktijk. Ze ontving verschillende prestigieuze onderzoekssubsidies van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek NWO (bijv. Veni, Vidi, Vici) de Europese Research Council (bijv. ERC Consolidator Grant), en de Stevinpremie, de hoogte wetenschappelijke onderscheiding voor onderzoek met een maatschappelijke impact. Zij is tevens lid van de KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) en de KHMW (Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen). Vanaf 1 juni 2021 is zij tevens lid van de Raad van Toezicht van de Vrije Universiteit Amsterdam.