Categorie: Algemeen (geen categorie)
-
AuteurBerichten
-
25 november 2004 om 09:45 ReactieL. Peters, POH
08 oktober '04 was ik op de Utrechtse diabetesdag. Dr.F. Visseren, internist, vertelde dat dunne kinderen een verhoogde kans op DM hadden en dikke kinderen juist een verlaagde kans. Op http://www.diabetesjournaal.nl staat ook een stukje waarin staat dat het juist om de gewichtsTOENAME gaat en dat dunnere kinderen meer kunnen aankomen dus een vergrote kans hebben.
Nu heb ik een discussie met de huisarts hierover, hij wil graag wetenschappelijk bewijs zien.
Weet iemand waar ik materiaal kan vinden over dit onderwerp? Er zijn onderzoeken gedaan, maar welke en door wie?17 december 2004 om 23:46 ReactieDiabetes2.nlGeachte collega,
Â
De gegevens die Dr. Visseren heeft gepresenteerd zijn waarschijnlijk de gegevens die afkomstig zijn van het zogenaamde project: Glucose-metabolisme bij het Nederlandse hongerwinter geboortecohort.
Â
In de eerste fase van het hongerwinteronderzoek (tot 1994) doken AMC-medewerkers in de archieven van het voormalige WG. Daar verzamelden zij gegevens over ruim 2400 baby’s die daar tussen eind 1943 en begin 1947 ter wereld kwamen. De Nederlandse hongerwinter wordt wel omschreven als een experiment van de geschiedenis. Nergens ter wereld heeft zich een hongerperiode voorgedaan die zo duidelijk begrensd is in de tijd. Eveneens bijzonder is het feit dat ondanks de slechte levensomstandigheden medische dossiers nauwgezet werden bijgehouden. Daarom kunnen we nu bijvoorbeeld nog het geboortegewicht achterhalen van alle baby’s die kort voor, tijdens en na de hongerwinter zijn geboren in het Amsterdamse Wilhelmina Gasthuis (WG), één van de voorlopers van het AMC.
Het bleek dat met name de baby’s van vrouwen die gedurende de laatste drie maanden van de zwangerschap ondervoed waren geweest, een relatief laag geboortegewicht hadden – gemiddeld wogen zij zo’n 300 gram minder dan kinderen die geboren of verwekt waren na de hongerperiode. Ook was de verhouding tussen hun lengte en gewicht enigszins verstoord: de baby’s waren in het algemeen te dun voor hun lengte.
Â
Beïnvloedt dit ook de gezondheid op langere termijn? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is vanaf 1994 een tweede onderzoeksproject uitgevoerd. Met behulp van het Amsterdamse Bevolkingsregister werden de adressen opgespoord van de 2400 mensen wier medische doopceel al eerder was gelicht. Daarvan verklaarden 718 zich bereid mee te werken aan nader onderzoek. Dat concentreerde zich ondermeer op diabetes mellitus type 2.
Voor hongerwinterbaby’s, en met name voor hen die het laatste trimester van de zwangerschap aan ondervoeding bloot stonden, lijkt het risico op diabetes type 2 verhoogd.(1) Hun glucosetolerantie is laag vergeleken met die van de controlegroep.
Blijft natuurlijk de vraag hoe die verlaagde glucosetolerantie is ontstaan. De onderzoekers van het Lancet-artikel denken hierover het volgende:
Tijdens de zwangerschap – en met name in de tweede helft daarvan – wordt de glucose-stofwisseling blijvend beïnvloed. Er vindt een soort programmering van die stofwisseling plaats. Is er sprake van een slechte voedingstoestand, dan past de foetus zich aan. Zijn metabolisme wordt als het ware afgesteld op de stand ‘Schraalhans-is-koning’. Maar volgt op de honger overvloed en verbetert de voedingstoestand, dan is het systeem daar niet op ingesteld. Dat uit zich 50 jaar later in een slechtere verwerking van glucose.'(2)
Â
mvg
ST Houweling
Â
Literatuur
1. Ravelli AC, van der Meulen JH, Michels RP, Osmond C, Barker DJ, Hales CN, Bleker OP. Glucose tolerance in adults after prenatal exposure to famine. Lancet. 1998 Jan 17;351(9097):173-7.
2.Veel van bovenstaande tekst werd overgenomen uit een artikel van het AMC-magazine van februari 1998
3. Roseboom TJ, Van Der Meulen JH, Ravelli AC, Osmond C, Barker DJ, Bleker OP. Perceived health of adults after prenatal exposure to the Dutch famine. Paediatr Perinat Epidemiol. 2003 Oct;17(4):391-7.
-
AuteurBerichten