Categorie: Algemeen (geen categorie)
-
AuteurBerichten
-
26 augustus 2004 om 22:02 ReactieJannet Heerma
Â
Geslacht
vrouw
Leeftijd
84
Diabetes type 1 of type 2
2
BMI
40
Kreatinine
96
Cockcroft
Â
HbA1c
6.5
Orale bloedglucoseverlagende medicatie
metformine 2 dd 1000mg
Overige medicatie
Â
veel (weet zo niet precies welke)
Overige informatie
Mw heeft een verlaagd Hb.Hba1c ies dus niet betrouwbaar. Kreeg ook nog avandia 8 mg;sinds overzetten op Lantus is dit gehalveerd en gestopt
Insuline
lantus 60 EH en s´avonds 12 EH novorapid
N
NO
VM
NM
VA
NA
VS
13.5
12.4
Â
15.9
Â
10.7
11.2
9.9
20.8
Â
11.9
Â
19.8
15.2
Uw vraag
Mw is 2 mnd geleden overgezet van mixtard 30/70 2 dd naar Lantus insuline,1 dd dit ivm sterk wisselende gluc en hypo`s. Sinds verandering zijn hypo´s over, maar blijft mw hyperglycaemisch.Iom internist novorapid toegevoegd VA, nu 12 EH.Voedingsadviezen(verdeling koolhydraten gegeven) Mw is inmobiel,erg obees. Woont in verzorgingstehuis.Mw lijkt niet te reageren op veranderingen in het insuline beleid. Voor verzorging erg belastend vaker insuline toe te dienen.Nu Lantus s´avonds ipv s´morgens.Heeft bij niet toedienen van insuline dezelfde gluc.waarden.Wat te doen?
Â
27 augustus 2004 om 16:19 ReactieSTIVOROGeachte collega,
Een lastige casus, waarvoor een systematische, stapsgewijze benadering met een duidelijk uitgangspunten absoluut noodzakelijk is. Uitgangspunt 1 is dat er bij deze zeer oude patiënte met (waarschijnlijk) veel co-morbiditeit en een beperkte prognose vooral gestreefd moet worden naar een goede/acceptabele kwaliteit van leven, d.w.z. voorkomen van ernstige hypo’s en hypers, en niet naar normoglycemie. Glucose streefwaarden rond 10-12 mmol/l zijn o.i. dan ook volstrekt acceptabel. Uitgangspunt 2 is dat bij patiënten die in een zorginstelling wonen het geven van (pre-prandiale) insuline-injecties (bv met de uiterst eenvoudig te hanteren wegwerp pennen) geen probleem moet zijn. We komen dan bij patiënte uit op een basaal-bolusschema, waarbij aan de insuline glargine, die ze nu al krijgt, snelwerkende insuline-analoog wordt toegevoegd. Begin met kleine hoeveelheden, bijv. 4 E, en pas de dosering aan op 4-puntscurven ( nuchter en 1,5-2 uur na de hoofdmaaltijden). Zo nodig kan de dosering worden gevarieerd op basis van een dagelijks bepaalde (nuchtere) bloedglucosespiegel, dus bijv 6 E bij waarden tussen 7 en 10, 8 E bij waarden tussen 10 en 13 etc.
Met dit regime en met (soms veel) geduld lukt het bijna altijd om een acceptabele diabetesregulatie te bereiken
We gaan er overigens van uit dat er naar de oorzaak van de anemie onderzoek is gedaan.
Laatste advies: laat nooit meer een HbA1c prikken (heeft toch geen consequenties).
Graag vernemen we het vervolg op deze casus.
Met vriendelijke groet,
N. Kleefstra
E. van Ballegooie
-
AuteurBerichten