Categorie: Algemeen (geen categorie)
-
AuteurBerichten
-
4 januari 2006 om 12:33 ReactieH. te Raa, diabetesverpleegkundige
Tot mijn grote verbazing hoorde ik dokter Hoogma vertellen na het EASD dat bij zwangerschapsdiabetes veilig metformine kon worden voorgeschreven. Dit zou geen gevolgen hebben voor de foetus.
Inmiddels kreeg ik van de internist een concept richtlijn diabetes en zwangerschap 2005 (Ned. internisten vereniging en volgens het voorwoord in samenwerking met het CBO en de NDF), waar op blz. 50 (op mijn uitdraai) onder punt 3.2-E onder conclusie bij de aanbevelingen staat dat er een rol is voor glibenclamide als orale glucose verlagende therapie. Daar net boven staat dat er onvoldoende gegevens zijn om metformine bij de behandeling van zwangerschapsdiabetes te gebruiken.
Wie heeft er nu gelijk??
Met vriendelijke groet
Hermien te Raa.
5 januari 2006 om 10:54 Reactiediabetes2.nlVraag aangaande het gebruik van metformine bij zwangerschapsdiabetes.
Â
Geachte collega,
In de richtlijn van het CBO/NIV, hetgeen een multidisciplinaire richtlijn is, komen de auteurs tot de conclusie dat er onvoldoende gegevens zijn om metformine veilig te verklaren voor gebruik in de zwangerschap. Dit is gericht op het gebruik na het eerste trimester. Er is in de moderne literatuur één gerandomiseerde studie naar het gebruik van een SU-preparaat (glibenclamide) bij patiënten met zwangerschapsdiabetes na het eerste trimester. Deze laat zien dat de resultaten vergelijkbaar zijn met die van insuline.(1) Insuline is de standaard behandeling. Gekozen werd voor glibenclamide omdat dit middel nauwelijks de placenta passeert, in tegenstelling tot andere SU-preparaten en metformine. Er zijn geen studies naar het gebruik van metformine in deze periode gedaan, behalve een niet-gerandomiseerde studie van Hellmuth et al. die een inclusie kende van meer dan 15 jaar en waar geen goede conclusies uit te trekken zijn.(2) Hoewel pathofysiologisch (insuline-resistentie bij zwangerschapsdiabetes) aantrekkelijk, betekent het ontbreken van studie-gegevens en het aanwezig zijn van veilige en effectieve behandelingsmethoden (insuline en eventueel glibenclamide) dat er geen goede argumenten zijn voor het gebruik van metformine. De aandacht en het enthousiasme voor metformine stamt uit de resultaten van het gebruik van dit middel ter bevordering van de fertiliteit van vrouwen met een polycysteus ovariumsyndroom. Deze vrouwen bleven het middel gebruiken voor een periode in de zwangerschap en de eerste resultaten zijn goed. Het betreffen echter nog kleine aantallen patiënten en deze hebben geen zwangerschapsdiabetes. Al deze argumenten hebben tot de stellingname en de aanbeveling in de (concept-)richtlijn geleid.
Dit geldt overigens nog sterker voor het gebruik van metformine in het eerste timester. Er zijn onvoldoende gegevens om het middel veilig te verklaren (congenitale afwijkingen) en het effectief te verklaren (bereiken van optimale glucose-waarden).
Met vriendelijke groet,
H.W. de Valk
Referenties:
1: Â Â Â Â Â Â Langer O, Conway DL, Berkus MD, Xenakis M-J, Gonzales O. A comparison of glyburide and insulin in women with gestational diabetes mellitus.New Engl J Med 2000; 343: 1134-8.
2:      Hellmuth E, Damm P, Mølsted-Pedersen L. Oral hypoglycaemic agents in 118 diabetic pregnancies. Diabet Med 2000; 17: 507-11.
Â
-
AuteurBerichten